Turkije: een moslimlandMaar ook een land van jonge christenenP. van KampenHet was nog vroeg op dinsdag 29 mei 1453, toen de Turkse legers voor de grote stad Constantinopel begonnen aan hun beslissende bestorming. Zo'n achtduizend verdedigers, terzijde gestaan door ca. drieduizend Italiaanse vrijwilligers, moesten de ruim zes kilometer stadsmuur verdedigen tegen een aanvalsmacht die op honderd- tot honderdvijftigduizend man geschat is. Dezen werden bijgestaan door een paar honderd oorlogsschepen; bij het beleg werd ook een aantal stuks (soms zeer) zwaar geschut ingezet. Verbeten hadden de belegerden in de afgelopen zeven weken elke Turkse aanval weten af te slaan en ze waren daarbij zó succesrijk geweest dat de belangrijkste raadgever van sultan Mehmet dringend geadviseerd had om het beleg maar op te geven.
Maar Mehmet, die later ‘de Veroveraar’ zou gaan heten, had koppig geweigerd en hij had gelijk gekregen. De nog zeer jonge sultan wist op die dag namelijk de meest prestigieuze stad van de Christenheid (wellicht Rome als enige uitzondering) in handen te krijgen. ‘Healoo hè polis’, schreeuwden de zeer in het nauw gebrachte Griekse verdedigers tegen elkaar, ‘de stad is genomen!’ In het laatste gevecht viel de laatste Oostromeinse keizer, Constantijn XI Paleologus Dragases. Een paar uur later reed de jonge sultan de stad binnen, via de poort die later de ingang van het Topkapi paleis zou worden. Vlakbij stond de grote monumentale Kerk der Goddelijke Wijsheid, de Hagia Sophia. Hij steeg van zijn paard, betrad de kerk en gaf een imam opdracht vanaf de kansel de ‘Shahada’ uit te spreken, de islamitische geloofsbelijdenis: ’Er is geen God dan God en Mohammed is zijn profeet’. Vanaf dat moment was deze kerk, waaraan christen en niet-christen zich vergaapte, een moskee. Later werden er hoge minaretten omheen gezet, torens vanwaar de oproep tot het gebed werd gedaan. (Pas in de twintigste eeuw werd onder druk van de nieuwe Vader des Vaderlands, Kemal Pasha Atatürk, de moskee tot een museum omgevormd, dat jaarlijks miljoenen toeristen trekt.)
Zetel van glorie Een Turks kroniekschrijver schreef in die dagen: ’Dat uitgestrekte land, die sterke, imposante stad werden van een nest van dwaling veranderd in een zetel van glorie. Door de bewonderenswaardige inspanningen van de gelovige sultan werd de kwaadaardige galm van de klokken der schaamteloze ongelovigen vervangen door de islamitische oproep tot gebed… De kerken die binnen de stad lagen werden ontdaan van hun verachtelijke afgodsbeelden en gezuiverd van hun vuile, onzuivere beeldenverering… De tempels van de ongelovigen werden veranderd in moskeeën voor de vromen en de lichtbundels van de islam verdreven de kwade machten van de plek, die al zo lang een verblijfplaats is geweest van die verachtelijke ongelovigen. En de lichtstralen van de dageraad van het ware geloof verjoegen de lugubere duisternis van verdrukking, want het machtswoord van de fortuinlijke sultan was oppermachtig in het bestuur van het nieuwe rijksdeel…’. 1)
Van bestemming veranderd... Het lot van de christelijke kerkgebouwen na de Turkse verovering wordt ook duidelijk uit een boek dat ik afgelopen zomer in Istanbul gekocht heb. ‘Bepaalde byzantijnse kerken werden al heel snel na de verovering van Constantinopel in moskeeën veranderd. De Kerk van de Heilige Wijsheid werd de Grote Moskee, die ook educatieve doelen diende. Een aantal andere kerken werd eveneens aangepast om als moskee of onderwijs centrum te dienen. Het proces van omzetting van nog andere kerken in moskeeën ging met tussenpozen door tot aan het eind van de 17e eeuw; toen waren nog maar twee byzantijnse kerken in christelijke handen: de Kerk van de Heilige Vrede (Irene) en de kerk van de Heilige Maria van de Mongolen (Mouchliotissa).’ 2)
Redenen genoeg dus... Vanwege deze en andere overwegingen vind ik het belangrijk dat wij in ons land ook kennis nemen van de ontwikkelingen in Turkije. Dat we van een ‘vijandbeeld’ af moeten, als we over Turken denken, is wel het eerste maar er is nog zeveel meer te doen. Actieve steun geven is op diverse manieren mogelijk. Het project van Tatil Evi, waarover u elders in dit blad lezen kunt, is zo'n vorm van steun. Maar er zijn er natuurlijk ook meer. Ik zou best bereid zijn mee te denken, als u dat wenst.
1. Geciteerd uit Bernard Lewis. Istanbul en de Wereld van het Ottomaanse Rijk. Bulaaq. Amsterdam. 1992. pp.9-14. 2. Süleyman Kirimtayif. Converted Byznatine Churches in Istanbul. Their Transformation into Mosques and Mashids Yayinlari. Istanbul. 2001. p.i van de Inleiding. 3. Zie b.v. het fascinerende boek van William Dalrymple, From the Holy Mountain, in het Nederlands verschenen onder de titel: In de Schaduw van Byzantium. Uitgeverij Atlas. Amsterdam. 1999. 4. Adressen van christelijke gemeenten in Turkije, nu een kleine veertig in verschillende delen van het land, zijn via het Internet te vinden.